woensdag 29 oktober 2014

Jassen Passen


Songtekst:

Aan en uit en uit en aan en niet bewegen, stokstijf staan.

Vreselijk het is me wat, jassen passen in de stad.
Aan en uit en uit en aan
In de stad! In de stad!

En dan gaat die ene, die ene jas, die ik helemaal niet leuk vind in de tas
Niet bewegen blijven staan. 
Aan en uit en uit en aan.

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER


NAAM STUDENT
 Amber Storm
STUDENTNUMMER



KLAS

STAGESCHOOL



STAGEBEGELEIDER

STAGEGROEP



DATUM

VAK / ONDERWERP



VOORBEREIDING
Omcirkelen:       Dit is een  leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/  leerling gestuurde les.
                          Dit is een zelfontworpen /  methode / combinatie les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)?
 Aan het einde van de les kunnen de kinderen a-capella het nummer Jassen passen zingen in canon.

Het doel van deze les is zonder muziekinstrumenten een nummer te creëren dat toch swingt, Verder is ook even lekker ontspannen erg belangrijk.

Ik zou het fijn vinden als de kinderen het nummer leuk vinden en gemotiveerd zijn tijdens de muziekles.
LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik?
De kinderen hebben al eerder gezongen, alleen dit nummer nog niet. 
Verder hebben ze al best een brede muziekkennis wat het mogelijk maakt om een canon te proberen.
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep?
+Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften?
 De kinderen krijgen altijd apart muziek, drama en dans. Ze weten dus wat tellen, maten en ritme is, zingen vaker en vinden het ook erg leuk. Dus kan ik gebruik maken van het KVB-model. 
BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid
 Ik vraag of de kinderen al een lekkere warme winterjas hebben gekocht, aangezien het weer kouder wordt. Verder vraag ik of ze dat leuk vonden of niet. En zeg ik dat ik het maar niks vind, jassen passen in de stad.. Vervolgens vertel ik dat ik daar een leuk liedje bij heb gevonden.
MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de materialen de lesinhoud ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)?
 Ik wil gebruik maken van het digi-bord. Hierop laat ik de tekst zien. Verder geef ik ieder kind een eigen blaadje met de tekst erop zodat ze met mij mee kunnen kijken naar de tekst, later wil ik dat ze dit nummer uit hun hoofd kennen.

Ik ken dit nummer nog van de basisschool ik heb helaas geen bronnen ervan kunnen vinden.

Jassen van de kinderen zelf.
LESOPBOUW

TIJD
-- Min
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?
Vorm
ISK
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen duidelijk maken
 5
 Zoals ik eerder had vermeld, vraag ik naar hun ervaringen tijdens het jassen passen. Dan maak ik de schakelijk naar het nummer en neem eerst rustig de tekst met de kinderen door.

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken?
+ Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve kenmerken zijn er en hoe speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen materialen
+ Regels, afspraken
 Nr leren:
30 min

Dansje 
leren:
20 min.

 Eerst gaan we het volledige nummer leren met de hele klas (zie eerste filmpje), als de klas dit aardig onder de knie heeft gaan we de klas in tweeën splitsen (team rood en team blauw) Team rood zingt de rode tekst en team blauw de blauwe tekst. Als dit achter elkaar goed loopt gaan we het in canon zingen.
Wanneer de kinderen dit ook snappen en leuk vinden gaan we de klas in drieën  opsplitsen (team rood, team blauw en team groen). Weer zingt elk team zijn eigen kleur tekst. Dit keer gaan we meteen een canon zingen.
(zie tweede filmpje)

Als het zingen van de canon goed gaat, mogen de kinderen allemaal hun jas erbij pakken. 
Nu gaan we er bewegingen bij maken als variatie.

Team rood: Heeft zijn jas aan en maakt de beweging van het uit en aan doen van de jas, vervolgens staan ze stil als een standbeeld en dit herhalen ze samen met de tekst.

Team blauw: Doen eerst de armen over elkaar bij de tekst: vreselijk het is me wat, jassen passen in de stad. Vervolgens maken zij ook de beweging van het aan en uitdoen van de jas.
In de stad! In de stad! De kinderen halen hun schouders op en laten de schouders weer zaken. Dit herhalen ze samen met de tekst.

Team groen: Bij daar gaat die ene jas steken de kinderen hun vinger op. Bij die ik helemaal niet leuk vind in de tas. Maken ze een ontkennende beweging met hun vinger die ze al opgestoken hadden. Bij niet bewegen blijven staan, staan ze stil als een standbeeld. Bij aan en uit en uit en aan, maken zij ook de beweging van het aan en uitdoen van de jas. Dit herhalen ze samen met de tekst.

De leerlingen worden drukker van het zingen, ook zijn er altijd wel kids die het zingen en dansen minder leuk vinden, dus moet ik hen extra complimenten geven om ze enthousiast te houden. Overigens niet allen de ongemotiveerde kinderen complimenteren, maar iedereen natuurlijk. Natuurlijk krijgt iedereen aan het einde een dikke duim.


KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling doen als hij klaar / niet klaar is?







 X






AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les na?
+ Hoe controleer ik of leerlingen de doelen hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les met de leerlingen?
 5 tot 10 min.
 Na de les vroeg ik aan de kinderen wat ze van de les vonden en of jassen passen zo de volgende keer misschien wat leuker is voor de mensen die het niet leuk vonden.

Misschien hebben de kinderen zelf nog leuke ideeën voor bewegingen die kunnen we ook gebruiken bij het zingen van het lied.

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een overgang naar de volgende les?

 Het dansen zou ook een volgende les kunnen. We kunnen het tijdens een aardrijkskunde les over jaargetijden hebben, of over handel, geef jassen als voorbeeld.



 

Monument der wachtende


Monument der wachtende Bedenk een situatie waarin je wacht: Op de bus die niet rijdt vanwege verbouwing van Station Schothorst, dus je moet een uur wachten op de bus, waardoor je veel te laat bij beeldende vorming komt, de ironie. Toevallig ook net deze les, dus ik had een goed voorbeeld om te gebruiken!
Welke houding heb je? Ik zat op het bankje van de bushalte met mijn hoofd steunend op mijn hand en mijn ellenboog op mijn tas die op mijn schoot lag. Nog moe dus moest ik vaak gapen.
Heb je haast? Ja, want ik wil graag op tijd zijn voor mijn les.
Heb je nog heel veel tijd? Om mijn wachtende poppetje te maken had ik nog maar weinig tijd, vanwege het lange wachten op de bus. Dus ik had qua wachten ook geen tijd, omdat ik graag aan de slag wilde voor beeldende vorming.

Aangezien ik weinig tijd over had om mijn poppetje te kleien, heb ik binnen tien minuten mijn best gedaan het af te krijgen.

In de afbeelding heb ik stapsgewijs aangegeven hoe ik het poppetje heb gemaakt.
Ik heb het lichaam uit een stuk klei gemaakt, de armen en het hoofd los gemaakt en er later aan toegevoegd. Met water en boetseren heb ik er een zo strak mogelijk geheel van proberen te maken.
Het is een poppetje dat zit en gaapt omdat het wachten te lang duurt, oftewel ik die op de bus wacht!

Stadspark in hersftsferen






Dit was een fontein in het park in Dublin
Ga jij wel eens naar het park?
In Amersfoort niet echt vaak, soms in de herfst met de familie, verder vooral als ik op vakantie ben.

Wat doe je daar meestal?
In het park met familie kijken we vaak naar de mooie kleuren van de bomen, ik fotografeer verder graag of met mijn broertje een beetje voetballen. Vroeger vaak huttenbouwen.
Op vakantie vind ik het erg leuk omdat in parken vaak locals te vinden zijn en je daar dan een beetje de cultuur en de manier van doen van mensen kunt zien.

Heb je ooit een bijzonder park gezien?
Ik ben op mijn twaalfde op vakantie geweest naar Amerika, daar zijn we naar Yosemite Park geweest, de natuur was echt prachtig, maar het is niet echt een stadspark.

Qua stadspark vond ik een park in Dublin waar ik pas ben geweest erg leuk, de zon scheen, het was lekker weer en volgens mij zat bijna heel Dublin in dat park. Er ging een gezellige leuke sfeer, mensen waren aan het sporten/picknicken/ etc.  
De sfeer daar vond ik erg bijzonder, je werd er vrolijk van.
Ook in Barcelona vond ik het Gaudi park erg mooi en indrukwekkend met alle mozaïek en kunstwerken.

In de les:



Als voorbereiding heb ik een collage gemaakt van dingen die ik wil verwerken in mijn schilderwerk. Ik wil graag een vijver, spinnenweb en bomen met mooie herfstkleuren in mijn kunstwerk verwerken.

Stap 1: Ik heb van een stevig blaadje een palet gemaakt met verschillende kleuren, verder heb ik kwasten van drie verschillende maten gepakt en grove kwast voor de lucht en de grond, een midden maat voor basisdingen en een kleine kwast voor details.

Stap 2: Door kleuren te mengen heb ik een bruine kleur gekregen, ik besluit om de bomen als eerste te schilderen en de schors met verschillende kleuren aan te tonen. Ook maak ik alvast een horizon voor diepte.

Stap 3:  Schilder de vijver naast de boom met verschillende kleuren blauw, met iets donkerder bruin schilder ik de reflectie van de boom in het water, wat donkerder aangezien het donker is (middel grote kwast). Dan maak ik de grond met verschillende kleuren bruin met de dikke kwast en veeg deze uit met papier van een keukenrol.  Vervolgens schilder ik met de kleine kwast het gras en de lisdodden.

Stap 4: Ik begin de herfstkleuren van mijn boom te maken, dit doe ik door eerst een laag geel te doen door te deppen met mijn kwast, vervolgens oranje en als laatst een beetje groen. Met deze kleur groen maak ik ook de dennenboom. En met de dikke kwast de stam van de dennenboom in het bruin.

Stap 5: Ik maak de lucht begin met donker blauw en maak deze telkens wat lichter. Met wit en verschillende kleuren blauw. Ook deze achtergrond maak ik met een dikke kwast en veeg ik uit met een papiertje van een keukenrol.

Stap 6: Ik maak met wit een spinnenweb tussen de takken en een maan.
Het proces van mijn stadspark in de herfst


Reflectieformulier beeldend onderwijs

opdrachtomschrijving: Stadspark in herfstsferen
naam student: Amber Storm

Reflecteer op zowel de product- als procescomponenten en geef ook duidelijk de samenhang tussen product- en procescomponenten aan. Je mag jezelf voor elke component een waardering geven (1 = lage waardering, 5 = hoge waardering), maar dat hoeft niet.


component
beschrijving
1
2
3
4
5
betekenis
Ik heb de inhoud van het park verwerkt door een kale boom te tekenen en een boom die oranje aan het kleuren is en zijn bladeren langzaam maar zeker verliest. Ook zie je een paar gevallen bladeren in het water van het vijvertje en op de grond. Verder heb ik een spinnenweb geschilderd tussen de takken van de kale boom. Verder heb ik de lucht donker geschilderd omdat het in de herfst weer sneller donker wordt.






 X

vorm
Er is sprake van een asymmetrische compositie en door het zandpad is er sprake van een lijnperspectief. Verder heb ik gebruik gemaakt van verschillende kleurcontrasten, door de lucht bijvoorbeeld donker te maken en de bladeren aan de boom vel oranje. Ook is er sprake van een licht-donker contrast. Achteraf vind ik wel dat ik bij de bomen nog schaduw had moeten verwerken bij de bomen om meer diepte te creëren. Bij de vijver vind ik dit wel mooi gelukt door lisdodden aan de randen van de vijver te schilderen en de reflectie van de boom in het water. Ook de lichte maan en het spinnenweb vormen een mooi kleurencontrast.
Verder heb ik de structuur van de schors van beide bomen zo mooi mogelijk weer proberen te geven.




 x


materie
Ik heb van een dik stuk papier een palet gemaakt en gebruik gemaakt van verschillende kleuren verf. Ik heb voor de lucht en de grond een dikkere kwast gebruikt en wat verf uitgeveegd met een stukje papier van een keukenrol. Voor de bomen heb ik gebruik gemaakt van een minder dikke kwast en voor de kleine details heb ik een dun kwastje gebruikt.
Ik vond dat we genoeg kleuren en kwasten tot beschikking waren en heb in het verleden vaker gebruik gemaakt van deze materialen (zowel op de middelbare als basisschool).





 x
beschouwing
Plaatjes van internet, spinnenweb, vijver met een boom ervoor, bladeren met herfstkleuren, dit heb ik allemaal ook in mijn schilderij verwerkt. Als eerste gedachtegang had ik een spinnenweb. De bladeren waren handig voor kleurkeuzes en de vijver gaf mij het idee om lisdodden langs het water te schilderen. 



X

werkwijze
Ja,  ik heb examen gedaan in kunst algemeen, hierdoor wist ik al veel over verschillende composities en perspectieven, ook over lichtinvallen. Alleen hoefde ik dit niet toe te passen, aangezien ik geen beeldende vorming had, dus dat heb ik nu geleerd. Ik vond het mengen van de kleuren om de kleur te krijgen die je wilde lastig en het diepte creëren door dingen op de voorgrond groter te maken en andere dingen kleiner te schilderen. 






 X

onderzoek
Ik had een bepaald beeld voor ogen en ben toen begonnen met schilderen, wel heb ik een paar plaatjes van bomen bekeken voor de kleuren van de bladeren en een aantal plaatjes van spinnenwebben.
Vervolgens alle benodigdheden gepakt om mee te werken.
Daarna heb ik de primaire kleuren bij elkaar gepakt en ben van daaruit gaan werken met de kleuren. Ik ben begonnen met dingen op de voorgrond schilderen en heb de horizon geschilderd zodat ik kon zien waar ik wilde eindigen om diepte te creëren.
Met een pad wilde ik een lijnperspectief creëren.







 X

eindoordeel:

Wat vind je geslaagd? Leg uit.


 Ik vind de structuur van het schors van de bomen goed gelukt. Ook de vijver vindt ik erg gaaf geworden met de lisdodden en de blaadjes in de vijver. Het pad is ook beter gelukt dan verwacht en zorgt voor diepte vanwege lijnperspectief.


Wat kon beter? Waarom?

 Ik vond het moeilijk de verhoudingen tegenover elkaar goed in te schatten, vooral de bladeren van de bomen vond ik erg moeilijk. Ook kwam ik een beetje in tijdsnood, waardoor ik op een begeven moment een aantal foto's van het proces ben vergeten te maken.




Bij het maken van bovenstaande opdracht heb je beelden gebruikt als inspiratiebron. Geef van minimaal één door jou gebruikt beeld aan wat de functie is en beschrijf waarom je dat vindt.

beeld
FunctieBeschrijving
Inspiratie
Ik had als eerst een spinnenweb in gedachte en ben hier een paatje bij gaan zoeken, ook vond ik de donkere en lichte contrast kleuren erg mooi, dus wilde ik deze ook verwerken in mijn schilderij.